Sterft, gij oude vormen en gedachten! De inrichting van onze samenleving vraagt in deze tijd om ‘out of the box’-denken. Democratie moge dan het best denkbare alternatief zijn gebleken voor de inrichting van de samenleving, ze moet wel altijd weer verdedigd worden. Onheilspellend zijn immers de steeds extremere tegenstellingen in steeds meer landen die daar tot een democratische patstelling gaan leiden. Een uitweg ligt nog niet zo een-twee-drie voor de hand.
Vandaar dat uw auteur u wil confronteren met een nieuwe denkrichting, nee, twee zelfs. Waar extreem rechts vreest voor omvolking en extreem links voor parallelle samenlevingen, daar zoekt uw auteur juist het positieve potentieel van elk van die twee kwaden. Kijkt u maar eens even mee.
Heel de westerse beschaving uitroeien
Dat er heus geen wereldomspannend net bestaat van elitaire machthebbers die in werkelijkheid reptielen zijn, die stammen van een verre planeet en bezig zijn om hier op aarde een enorme omvolking te organiseren, dat gelooft u toch niet echt, hè. Dat zij enerzijds grootse migratiestromen in gang zouden zetten en anderzijds microscopisch kleine chips laten injecteren die zogenaamd Covid 19 bestrijden, maar die het uitroeien van heel de westerse beschaving beogen, neen, dat gelooft u evenmin. Maar dat het idee van omvolking misschien wel degelijk een bevrijdende oplossing zou kunnen zijn voor maatschappelijke vraagstukken die nu hele samenlevingen verscheurd terugdringen naar pre-democratische verhoudingen, daaraan heeft u gegarandeerd ook nooit een serieuze gedachte gewijd. Datzelfde geldt voor de vrees voor parallelle samenlevingen, ook dat heeft u vast nooit vanuit een heel positieve invalshoek doordacht. Jazeker, weet u, het kan namelijk ook zo zijn voordelen hebben, zo’n omvolking. En anders ook wel parallelle samenlevingen, net zo lief.
Rechts-Links altijd weer zowat fifty-fifty
Neem de verkiezingen onlangs in Zweden, of die in Brazilië of die in de Verenigde Staten. Is u niet ook opgevallen dat die verkiezingen daar overal steeds in de buurt van fifty-fifty eindigen, dat steeds de ene helft van de kiezers vrijwel net zoveel stemmen telt als de andere helft en dat de uitslag daardoor dagen op zich kan laten wachten omdat pas de allerlaatste stemmen echt de doorslag geven? Met het gevolg dat vrijwel evenveel stemmers na afloop zich tot de winnaars kunnen rekenen als tot de verliezers. En dat dat dus weer aanleiding kan zijn voor vragen om hertellingen of zelfs oproepen tot een volksopstand van de op-het-randje verliezers.
Als u even doordenkt over dit fenomeen, dan blijkt dat er steeds sprake is van een links en een rechts blok. Nog verder doorgedacht (met wat hulp van Casper Thomas) blijkt dat beide partijen doodsbang zijn, dat de ander wint. Dus niet “oké jammer, jullie hebben gewonnen dit keer, hou je wel een beetje rekening met ons?” maar “nou gaat onze hele samenleving naar de bliksem want jullie hebben gewonnen.” Oftewel, concludeert die Casper, het vertrouwen is zoek aan beide kanten in het hele principe van democratie.
Gegijzeld door angst voor de ander
Dat principe van democratie maakte het van oudsher met gemak mogelijk dat je bij elke bevolkingsraadpleging ertoe overging om de spoorwegen nu weer eens te nationaliseren of dit keer juist weer te privatiseren, op en neer, zonder dat de samenleving als geheel daarmee meteen naar de knoppen zou gaan. Over en weer echter is de woede nu zo ver opgelopen dat zelfs als er ruime meerderheden zijn voor een bepaald idee en dat idee toevallig niet het centrale thema is van de meest actuele tweedeling, het hele idee ondanks potentiële meerderheidssteun niet kan doorgaan. Binnen rechts is bij voorbeeld een derde voorstander, binnen links twee derde, maar het thema staat niet centraal bij de verkiezingen en rechts wint, dan maar niet dus. Zo hou je elkaar in gijzeling door angst voor de ander. En dat dus op allerlei plaatsen in de wereld.
Vredestichtende uitwisseling van grootst mogelijke minderheden
Uw auteur heeft nu twee oplossingen bedacht om uit deze patstelling te geraken. Inderdaad, één daarvan is omvolking. Stel, twee buurlanden stemmen ieder bijna fifty-fifty, bij de één wint nipt rechts, bij de ander nipt links. We verhuizen nu de respectieve verliezers uit beide landen naar het andere land. Resultaat: vrijwel complete consensus in elk van beide landen, interne vrede. In ieder geval tot aan de volgende verkiezingen, want wij herinneren ons (zie de inleidende cursus ‘burgerschap’ elders in deze berichten) dat de mens onvoorspelbaar van opvatting kan veranderen. U kent dat wel van bevriende relaties die ooit in pais en vree door het leven leken te gaan, maar elkaar tegenwoordig naar het leven staan. Ze hebben onlangs onderwerpen gevonden waarover ze principieel van opvatting verschillen en houden het nu niet meer, samen. In ons voorbeeld van de beide landen die intussen over en weer omgevolkt zijn en waar nu dus vrede zou moeten heersen, zou dat zo’n bij-nader-inzien onderwerp kunnen zijn, dat eerst nog irrelevant leek voor de links-rechts indeling. In het na de omvolking links-linkse land blijkt bij nader inzien over dat eerst nog onbelangrijkere thema een nieuwe tegenstelling boven tafel te komen die dankzij moderne communicatiemiddelen toenemend als een actuelere links-rechts tegenstelling wordt herkend. Het is dan niet onwaarschijnlijk dat precies zo’n zelfde ontwikkeling zich na de omvolking heeft ontwikkeld in het rechts-rechtse land. Beide landen houden daarop verkiezingen die alweer eindigen in de buurt van fifty-fifty, zij het nu ingedeeld op het nieuwere thema. Geen probleem: opnieuw omvolken natuurlijk.
Vredestichtende invoering van parallelle samenlevingen
Uiteraard heeft deze strategie voor het vermijden van democratische patstellingen ook wel bezwaren. U kunt die zelf ook bedenken, we hebben er hier te weinig plek voor om daarover uit te wijden. In plaats daarvan richten wij de aandacht op een tweede strategie die democratische patstelling kan voorkomen. Want twee mogelijke strategieën, dat biedt straks het aantrekkelijke perspectief om ook een voorlopige voorkeur voor een van beide modellen uit te spreken. We betitelen bovenstaand omvolkingsmodel dan als ‘rechts’, onderstaand parallelmodel als ‘links’ en houden ook daar eventueel verkiezingen over.
De tweede oplossing die uw auteur bedacht voor de democratische patstelling is dus die van de parallelle samenleving. We leggen het principe uit aan de hand van een voorbeeld. Stel, wij raken het niet eens over de invoering van een nieuw pensioenstelsel dat nogal problematisch ligt. Blijven bij het oude stelsel heeft echter weer heel andere bezwaren. En stel, bij verkiezingen die draaien om dit stelseldebat, luidt de uitslag vrijwel fifty-fifty. Gegeven dat we inmiddels haast voldoende inwoners hebben om twee keer ons land anno 1950 te bevolken, bieden we nu ieder de keuze om bij het oude stelsel te blijven dan wel voor het nieuwe te kiezen. Het meer risk-minded deel van de natie dat kiest voor genieten-nu zal op zijn oude dag mogelijk in grotere armoe komen te verkeren dan het bevolkingsdeel dat koos voor het oude stelsel en dat op zijn beurt juist grotere armoede beleefde tijdens hun werkzame leven. Hoe bezwaarlijk is dat nou helemaal?
Britse dilemma’s als gedachtenexperiment
Neem het actuele Britse thema tax reduction versus national health care: als het vraagstuk van de uren in de file staande ziekenauto’s met patiënten-in-doodsnood bij de ingang van de eerste hulp alleen oplosbaar is door een substantiële verhoging van de belastingen, dan is een oplossing volgens het model van de parallelle samenleving evident. Wie twee keer jaarlijks een vliegvakantie verkiest boven belastingverhoging, zal helaas geen voorrang krijgen bij de ingang van de eerste hulp. Rechts zal moeten wachten op links, maar kan intussen wel verhalen over herhaald bezoek aan warme streken. Omvolking is in dat geval dus niet per se nodig.
Ook het Britse dilemma eating or heating kan al net zo aan de kiezer worden voorgelegd zonder dat bij een fifty-fifty uitkomst voor allen dezelfde oplossing moet gelden. Alhoewel … het dilemma eating or heating ligt bij nader inzien weer wat ingewikkelder. In kringen met een goed inkomen, die wel zorg dragen voor het merendeel van de belastinginkomsten, speelt het dilemma eigenlijk helemaal niet: zij hoeven noch bij eating, noch bij heating een stap terug te doen. Volgens de hoogste baas van de Bank of England zijn er daar bovendien te weinig rijken om via belastingverhoging voldoende budget te verschaffen voor een verantwoorde verzorgingsstaat met een behoorlijk armoedebeleid.
Omvolking van armen richting vroegere kolonies
Hoe je in dit geval een rechtse versus linkse keuzeslogan kunt formuleren die wel verkiezingsrijp is, terwijl middle-upper het probleem niet ziet, dat wordt nog ingewikkeld. Mogelijk kom je in no time uit bij zoiets ouderwets als Conservatives versus Labor, rechts versus links. Bij eerdere verkiezingen was die tweedeling vertekend geraakt door het thema Brexit. Misschien tendeert in dit soort geval een oplossing naar het model van een parallelle samenleving wel erg terug-naar-vroeger, naar zeg maar tijden van volkse kou en armoe, ver weg van de burgerij. Omvolking van het armere deel van de bevolking zou dan weer wel overwogen kunnen worden, bij voorbeeld in ruil met een van de oude Britse kolonies. Of deden ze dat niet al ooit richting Australië en loopt dat nog? Nou, wat je praktisch kunt observeren, dat lijkt toch meer op een alsmaar uitgesprokener parallelle klassensamenleving, ook lang geleden al ingezet. In beide gevallen was geen sprake nog van voorafgaande verkiezingen.
Je zou haast denken dat uw auteur niks nieuws heeft verzonnen.
Nov22
