Een paar centimeter kleiner, een diplomaatje minder, een deeltijdbaantje en wat jaartjes jonger, zo hoort ze eigenlijk te zijn: de perfecte echtgenote. Ze hoeft het hoofdinkomen niet binnen te halen, doet daarvoor wel de basiswerkzaamheden thuis en speelt daar vooral de affectieve leider, die het emotionele klimaat regisseert en zich terughoudt als het om feiten, zaken, techniek en mechanica gaat. Dat laat ze aan de instrumentele leider, iets groter, iets ouder, hoger uurloon, meer uren, zwaardere stem, grotere handen, de primus inter, nouja, pares. (U begrijpt het al: hier wordt een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de gezinssociologie, althans het plan daartoe.)
Bijna de helft van zulke ideale gezinscombinaties houdt dat niet, ontmoet halverwege leukere kandidaten, de intensiteit van de oude relatie blijft nog wel, alleen de richting verandert van warm naar koud, meestal vrieskoud. Tijd nu dus voor zijn tweede leg: zij nog wat jonger, wel een diplomaatje meer, vaker afhaalmaaltijden en nu wel een ingehuurde werkster. Hij wat minder dominant, ingetogener, pensioenrechten en spaargeld gehalveerd, vaker studerend op zijn maandbudget. (Hoe het met haar verder gaat, daarover straks een begeleidend werkboek.)
Sinds de overheid voor de aanvrage kinderbijslag driemaandelijks bij moeders informeerde, of de huidige partner nog wel dezelfde was als die van daarnet, spreken oude vanzelfsprekendheden minder en intussen werd het benoemen van nieuwe nadelen taboe. Het werd daarentegen de ‘bevrijding uit traditionele dwang’, ‘het zich losmaken uit oude ketens’.
De Chinese overheid ontdekt nu, dat de zorg voor de oude dag eigenlijk een permanente reshuffling vereist van overlevende senioren, daar waar gaten vallen door biologische uitval: kijk tijdens de speciaal daarvoor georganiseerde wijkontmoetingen voor vrijvallende senioren goed om je heen, of er niet een potentiële vervanger is voor je meest recente maatje, ook min of meer passend bij jou, goed tegen je eenzaamheid en heel wat goedkoper dan wijkzorg. En mocht jij dan later weer wegvallen of juist die nieuwe partner, geen zorg: volgende kansenronde in de verder uitgedunde rijen oude Chinezen. En wat minder nauw kijken, dan.
Intussen resulteert bij ons de geïndividualiseerde pensioenhoogte en het steeds opschuivende pensioenmoment erin dat de tijdstippen van pensionering van beide partners verder nog uit elkaar vallen dan de romantische verschiljaartjes die al bij aanvang ontstonden door de hormonale leeftijdsmechanismen op de huwelijksmarkt. En omdat de straks-langstlevende financieel weinig over zal houden van de wegvaller-straks, die echtscheidingsgewijs uit zijn vorig leven ook nog die eerdere langer levende beloond weet, en het pensioenfonds haar intussen steeds weer attendeert op haar eigen oude-dag-verlies bij onverhoeds vroegpensioen, zo werkt zij dus toch maar door tot lang na het pensioen van haar oudere nieuwe partner-in-hergebruik.
Oude kerels met rollators informeren elkaar nu bij de groente-afdeling over de weekaanbiedingen verderop. De prak die ze leerden bereiden, houden ze warm voor de thuiskomst van de jonge nieuwe partner die helaas nog niet helemaal klaar was en verder op zich laat wachten en bij thuiskomst al snel wat gepakt blijkt te hebben in de bedrijfskantine. Tijd om dan maar af te ruimen en eindelijk naar bed.
Middelbare dames, bezorgd om hun fysieke ruilwaarde mocht er straks bij hen een volgend vervangingsmoment aan de orde zijn, keren tegen de avond bezweet terug van hun hardlooprondje. Ze dromen tijdens hun loop van strandvakanties na hun eigen pensioen. De wijkzorg geeft ze de klink in de hand: de oude is alvast te bed gelegd. Morgen, in alle vroegte, komt zuster weer met haar lauwwarme washandje.
