‘De terugkeer van de Neanderthaler’ is een voorstudie voor misschien wel een hele serie hemelpoortgesprekken met Charles Darwin. Het is diens aandacht voor seksuele selectie als verklarende factor voor het ontstaan van nieuwe soorten, die in verband gebracht wordt met de groeiende tweedeling in de samenleving. Zullen mannen en vrouwen aan weerskanten van de groeiende scheidslijn er nog voldoende vaak behagen in scheppen, elkaar toe te laten tot intieme lichaamsdelen? En zo niet, groeit daarmee de kans op grensoverschrijdende onvruchtbaarheid? Werkt de sociale opsplitsing biologisch net als een plotse geografische scheiding binnen één soort, door bij voorbeeld natuurgeweld? Resulteert ook het uiteengroeien van arm en rijk tot twee weliswaar vergelijkbare maar nu sociaal gescheiden biotopen waarin ook twee onderscheiden mensensoorten ontstaan met ieder hun eigen varianten van levensonderhoud, vertier, normeringen, waarden en economie? En is dit proces nu al waarneembaar?
Geraadpleegde biologen vragen zich af of Darwin wel de juiste persoon is, om daarop zijn visie te geven. Het gemanipuleer met plastic zakjes en chemische stofjes in de voortplanting is hem niet zo vertrouwd. Dat veldbiologen vanouds in elke denkbare opening wel ooit zaadresten aantreffen, past eerder in zijn referentieframe.
Heeft de briljante wetenschapper daarboven wel voldoende kans gehad om zijn literatuur bij te houden? Weet hij van grootschalige DNA-studies en hun betekenis voor historische ontwikkelingslijnen in de geschiedenis der soorten? Kan hij wel existentiële vragen beantwoorden over de gevolgen-op-termijn van seksuele selectie aan de ene kant op geaffecteerde praat, lichaamslengte en intellectuele sublimering en vervreemding, en aan de andere kant op reservespek, alledaagse overlevingskunst en aards consumptiegenot? Of op de vraag of zulke seksuele selectie uiteindelijk net zo fataal vast zal lopen als ooit die op te brede hertengeweien en die op te zware pauwenstaarten?
Misschien moet de auteur zulke ingewikkelde vragen ook maar overlaten aan de betrokken disciplines zelf.
