In ‘Gratis wegwerpmaagden, hiero!’ zoekt de auteur naar een nog aantrekkelijker verleidingsverhaal waarmee onnozele jonge helden weggehouden kunnen worden van afgrijselijk terroristisch geweld. Oud perkament belooft hen een privilegepakket dat past bij hoge testosteronspiegels en liefdeloze seks. Moeder natuur kweekt ruimschoots jonge macho’s die voor de instandhouding van de soort niet alle nodig zijn en wier onvolwassen voorhoofdskwab hen zeer geschikt maakt voor verovering van andermans have en goed, desgewenst ook voor moord en doodslag en desnoods ten koste van hun aardse bestaan. Wat hen tot die treurige dadendrang verleidt, begint bij onvrede, hebzucht of uitzichtloosheid (maar ook bij terechte verontwaardiging) en het eindigt bij de heilige martelarenstatus en een zevende hemel vol domme, roze prinsesjes. Daar doen ze het voor.
Kun je zulke gevaarlijke onbenullen niet naar een vreedzame ballenbak lokken? Het gaat de auteur met zijn verleidingsverhaal maar moeilijk af. De meest reële verlokking blijft toch die van talentontplooiing en goed betaalde zinvolle arbeid. Daaraan vooraf gaat schoolsucces. En zo is de auteur terug bij oude stokpaardjes als: voorkomen dat sociale ongelijkheid en etnische scheidslijnen samenvallen. Wat intussen toch gebeurt, oh ja: ‘zolang het noodzakelijke beleid weinig of niks voorstelt’.
Succesvolle verleiding vraagt echter meer dan alleen het nu uitblijvende eigen succes. Onder moderne omstandigheden is elke migratie halfslachtig: het oude land blijft nabij, de oude familie binnen handbereik. Hoe het nieuwe land zich tot het oude verhoudt, ook dat bepaalt nu de identiteit en mindset van tweede- en derde-generatie migranten. Al te vaak zijn de gevreesde geweldenaars zelf best wel geslaagd; het volstaat niet langer, ze weten hun collectieve lot – hier én ginds – niet verbeterd en wreken zich op ons kruisvaarders.
Aldus zakt de auteur langzaam weg in een moedeloze herhaling van oud-idealistisch politiek proza en sentimentele hartenkreten. Zal hij troost zoeken in berusting en zich verliezen in minder pretentieuze, ontluisterende beschouwingen over prehistoric warfare? Och jee, daar had je ze toen al: uitgeloofde maagden.
