Het begon in Vaals, het eindigde ook in Vaals, het duurde er zowat een hele eeuw: het was ‘de Tachtigjarige Oorlog’

Nee, Vaals is heus niet het centrum van de wereld. Toch is het ontegenzeggelijk zowel een begin- als een eindpunt in de tachtigjarige oorlog. Dat honderdjarig oorlogsverhaal gaat over door vreemdelingen opgelegde grenzen, onzinnige eigendomsverhoudingen, religieuze twisten en economisch winstbejag. Slachtoffer, altijd weer: de lokale bevolking, geminacht en vele malen vernederd. Het moet maar eens op papier.

Samenvatting vooraf
U leerde vast over de slag bij Heiligerlee (mei 1568). Die zou het begin zijn van de Tachtigjarige Oorlog. Vergeet het. Nee, het was Willem van Oranjes ‘Maastocht’ die er al een maand eerder de start voor gaf. Samen met naar schatting dertigduizend man en zo’n achtduizend paarden daalde Willem bij het plaatsje Orsbach het nu Duitse plateau van Bocholtz af en viel zo de huidige gemeente Vaals binnen bij Mamelis. Het was het begin van een hopeloze veldtocht die Willem uiteindelijk de vlucht deed nemen voor zijn eigen onbetaalde huurleger, onverrichterzake, afgedwaald ergens in Noord-Frankrijk. Zo begon het dus. In Vaals.
U leerde ook over de Vrede van Münster (1648). Die zou dan weer het einde zijn van die Tachtigjarige Oorlog. Mag u ook vergeten. Er was immers nog steeds niets geregeld tussen ‘ Spanje’ en de Hoogmogende Haagse Heeren over de Overmaase gebieden in Zuid-Limburg. Dat zou pas twintig jaar later gebeuren in het ‘Partagetractaat’ (1661). Intussen ging in Vaals, overigens net als elders in het Zuiden de Tachtigjarige Oorlog gewoon door. Vrede kwam er pas toen besloten werd dat Vaals voortaan een Staatse enclave zou worden onder rechtstreeks Hollands gezag, een soort ‘bevrijd’ eilandje in overigens Katholiek gebied. Waarom? Opdat Akense Protestanten er dan ter kerke zouden kunnen, wat in die Katholieke Rijksstad niet was toegestaan. Den Haag fourneerde er een Protestantse kerk voor in het Katholieke Vaals en een aanzienlijk huis voor de dominee. En parkeerde er voor de zekerheid een soort Hollands peloton ME. Wat vast ook een rol speelde was de wens om de Akense wapenindustrie over te hevelen naar Staatse kant. Tot zover de ‘bevrijding’. Einde van de Tachtigjarige Oorlog. Ook weer in Vaals.
Drieënnegentig jaar lang afwisselend bevrijding en bezetting of net zo lief omgekeerd en aldoor maar plunderen, verwoesten, moorden en verkrachten. Dat moet op een rij gezet. Bij deze.
Willems erfenis en heropvoeding
Het is de Kerkraadse oud-leraar Lei Heijenrath die vooral over die eerste veldtocht van Willem van Oranje informatie verzamelde en daar maken we dankbaar gebruik van. Hij onderwees op Rolduc dat destijds Kloosterrade heette en waarvan de toenmalige Rector al heel vroeg besloot een Refugium te kopen in de Rijksstad Aken. Daar bracht hij kostbare spullen onder en dat was goed gezien. Rolduc zou nog vaak worden overvallen en werd uiteindelijk uitgeruild tegen Vaals bij de onderhandelingen over het Partagetractaat van 1661, zeg maar een eeuw na Willems overval.
Wat had Willem van Oranje eigenlijk op het oog met die eerste overval? Niet de stichting van Nederland, zoals menigeen achteraf interpreteerde. Nee, Willem was op zijn elfde vanuit een onvermogend gezin plotseling erfgenaam geworden van delen van Holland en tegelijk Prins van Oranje. Om die erfenis aan te nemen had hij toestemming nodig van Keizer Karel. Die woonde in Brussel en vergaarde een alsmaar uitdijend Rijk, het Heilige Roomse Rijk ‘Deutscher Nation’. Had je het hem gevraagd, zo zou hij zich Duitser hebben genoemd, net overigens als Willem zelf. Spanjaard werd Karel eigenlijk pas toen hij geplaagd door jicht zijn toevlucht zocht bij zijn zoon, Philips de Tweede in Spanje.
De jonge Willem kreeg toestemming van Karel voor zijn erfenis mits hij zou verkassen naar Karels Brussel waar hij zijn verdere opleiding zou genieten en tot Katholiek zou worden heropgevoed (zijn ouders waren Protestants). Zo verhuisde hij op zijn twaalfde naar Vlaanderen. Hij kwam in de leer bij een soort familiebedrijf dat hem later in de weg zou zitten bij het beheer van zijn Hollandse erfenissen.
Bestuurlijke drukte
Daar was allereerst de oudere zus van de Keizer, Maria van Hongarije, bij wie ze samen inwoonden in Brussel. Die zus was aangesteld als landvoogdes van de Nederlanden. En dan was er nog de lievelingsdochter van Karel, Margaretha, elf jaar ouder dan Willem, die ook al een beheersfunctie had richting Nederlanden. Die lievelingsdochter was overigens een ‘voorkind’, door Karel verwekt nadat hij een hoveling erop uit had gestuurd om een opvallend mooie meid ten kastele te voeren. Die werd daar zwanger van maar kwam bij gebrek aan hoge afkomst niet in aanmerking voor een Keizerlijk huwelijk. Karel ontfermde zich wel over zijn buitenhuwelijkse oudste dochter.
Willems belangrijkste erfenissen vielen daar in Brussel dus min of meer ook onder het familiebeheer van die beide oudere dames. Je zou zoiets tegenwoordig benoemen als ‘bestuursdrukte’. Inderdaad vertrok de inmiddels tot ridder in de Orde van het Gulden Vlies benoemde Willem uiteindelijk met het vurige voornemen om zich tegen de in Brussel ervaren regelzucht te verzetten. Waarop de Brusselse familie Willems oudste zoon gijzelde en beslag legde op zijn eigendommen. Genoeg redenen dus om in opstand te raken zou je zeggen, maar dus niet per se om religieuze redenen, laat staan in het vooropgezette perspectief van een straks op te richten eigen Staat der Nederlanden.
Willem, die volgens de boeken later ambivalent zou blijken in zijn godsdienstige keuzen, zamelde budget in bij Protestanten die ook de macht van het Katholieke Brussel gebroken wilden zien. Dat trad steeds strenger op tegen Protestantse afvalligen waarbij koppen rolden. Genoeg budget om een huurleger bijeen te sprokkelen en vanuit Orsbach op te rukken richting Brussel.  
De inval bij Mamelis
Hij wilde hoe dan ook verhaal halen toen hij met zijn troepen binnenviel in Mamelis bij Vaals. Hij zou van daaruit dan Maastricht veroveren om uiteindelijk in Brussel de Protestantse vrijheid te vestigen. Van een duidelijk hoger doel, een strategie om Nederland op de kaart te zetten bij voorbeeld, lijkt nog geen sprake. Persoonlijk materieel belang speelde daarentegen wel een cruciale rol. Het zou er voorlopig ook niet van komen, noch van het een, noch van het ander. Willem parkeerde vooreerst de troepen op de Gulpener Berg, nam zijn intrek in Kasteel Wittem en bedreigde enigszins schlemielerig en grotendeels tevergeefs de Rijksstad Aken.
Intussen mochten zijn troepen, die verlegen zaten om betaling, vrij plunderen en alles wat daar gewoontegetrouw aan lelijks bij komt kijken in het ‘Spaanse’ Zuid-Limburg. Dat heeft de toch al armoedige lokale bevolking geweten, zou je met een stevig understatement kunnen zeggen en het zou zich daarna nog een eeuw lang gaan herhalen.
Willem durfde uiteindelijk de overval op Maastricht niet van. Daarvoor zorgde de vijfentwintig jaar oudere Alva (ook al Ridder in de Orde van het Gulden Vlies) die Willem kende uit zijn Brusselse jaren en die hem te slim af was. Willem liep zich daarop ook nog weer vast in Luik, vluchtte daarna voor zijn eigen muitende troepen en daarmee was zijn ‘Maastocht’ voorbij. Tot zover de intro op de Tachtigjarige Oorlog en die werd dus ingeluid in Mamelis bij Vaals. Maandenlang is de lokale bevolking er beroofd en erger tijdens die inval en dat was heus nog maar het begin.
Onderhandelingen over de Landen van Overmaas
Toen tachtig jaar later, in 1648 de Vrede van Münster werd gesloten, was Willem al weer lang overleden. Hij was gedood in 1584 vanwege een Katholieke premie op zijn hoofd. De botten van zijn moordenaar schijnen te zijn afgeleverd bij de Dom van Keulen in afwachting van een heiligverklaring. Ook dat is er niet van gekomen. De Oranjes waren niet langer meer in trek bij Holland en in plaats van stadhouders was de belangrijkste politicus nu de Raadspensionaris van Holland, Johan de Witt, een felle anti-Orangist. De belangen van inmiddels ‘de Republiek der Verenigde Nederlanden’ hadden zich intussen min of meer verplaatst naar Zuid-Amerika, Indonesië en richting slavenhandel. Er lag nog wel een onaffe kwestie wat betreft Zuid-Limburg: hoe moesten de ‘Overmaase gebieden’ worden verdeeld, wat werd daar ‘Staats’ (lees: onder Gereformeerd gezag), wat ‘Spaans’ (lees: onder Katholiek gezag)? De onderhandelingen over die ‘Partage’ werden alsmaar in de lengte getrokken terwijl beide partijen elkaar op locatie brutaal bleven bevechten met de Zuid-Limburgse bevolking als voortdurend slachtoffer. Voor hen voorlopig nog lang geen vrede.
Vaals onder direct Haags gezag
Interessant is nu het Overmaase ’s Hertogenrade, waartoe ook Vaals behoorde, maar waarvan het centrum werd gevormd door Kloosterrade, het huidige Rolduc, ooit nog beroemd of berucht geworden vanwege Bisschop Gijssens priesteropleiding. Johan de Witt bemoeide zich persoonlijk met de onderhandelingen en hem stond minstens één klaar doel voor ogen dat als zodanig NIET tijdens de onderhandelingen is benoemd. Dat was het vraagstuk van zijn vooral uit Antwerpen gevluchte Akense Gereformeerde geloofsgenoten. Zij konden in de Rijksstad Aken niet ter kerke (lees: de Aachener Querelen of Religionswirren 1530 – circa 1614) en dat maakte voor De Witt de geografisch gezien Akense buitenwijk Vaals mateloos interessant.
Het duurde haast twintig jaar maar De Witt slaagde in zijn voornemen. Nauwelijks was er een akkoord, het ‘Partagetractaat’, waarbij Vaals een ‘Staatse’ enclave werd en voortaan onder rechtstreeks gezag van Holland kwam of er was ook Hollands budget voor een Protestantse kerk in het Katholieke Vaals (of namen ze daartoe simpelweg bezit van de nieuw in aanbouw zijnde Katholieke kerk? zo suggereert Kapelaan Vaessen in zijn Geschiedenis van Vaals). Er kwam een Hollandse militie die Protestantse kerkgangers uit Aken moest beschermen tegen Katholieke boerenjongens.
De Gereformeerde wapenindustrie
De overplaatsing van kopermolens uit Aken naar Vaals (waar de door Akense gilden bedongen loontarieven niet golden) werd officieel toegestaan en er werden nu Hollandse belastingen over geheven. Zonder twijfel hield die wapenindustrie verband met de aanwezigheid van een zinkmijn in het nabije Gemmenich. De legering van zink en koper was cruciaal voor de eerst nog Akense wapenindustrie die na het Partagetractaat uit die stad verdween. De koperovens waren er in Protestantse handen net als de textiel die nu van Aken naar Vaals verhuisde. Het Vaalser cultuurcentrum ‘Kopermolen’, de ‘Koperstraat’ en café de ‘Koffereck’ getuigen er nu nog van. Of het lot van Gereformeerde geloofsgenoten dan wel deze verhollandisering van die wapenindustrie voor De Witt zwaarder wogen, wie zal het nog zeggen?
Niet veel later zou het Katholieke Vaals liefst vier verschillende Protestantse kerken herbergen. Hoe die elkaar daar bestreden leest u in het verslag van kapelaan Adolph Vaessen. Alle overheidsfuncties en die van onderwijzer waren voortaan alleen toegankelijk voor Gereformeerden, huwelijken alleen te voltrekken door een dominee.  Nog geen eeuw later zou de Vaalser pastoor Bosten door Hollandse troepen uit zijn pastorie worden gehaald (die lag op de Staats-Akense grens, daar waar de Alte Vaalser Straße nu overgaat in de Akenerstraat, midden tussen de aan beide kanten van de grens wonende parochianen). Hij zou voor jaren opgesloten worden in het gemeentehuis van het eveneens Staatse Maastricht, ondanks zijn vrijspraak. Johan de Witt eindigde in 1672 samen met zijn broer in een gruwelijk volksgericht, waarbij ze letterlijk aan stukken werden gereten door het misleide gepeupel in Den Haag. Naar men zegt boden de toenmalige Oranjes geld voor hun ingewanden.
Depressiviteit en Politikverdrossenheit
De lokale bevolking in het Limburgse Heuvelland had intussen vier of vijf generaties lang geleden onder de verlengde ´Tachtigjarige Oorlog´. Genoeg om er niet zeker van te zijn of je opa wel je opa was, je vader wel je vader en (voor de mannen) of zijzelf wel de vader waren van hun kinderen.
Of er een verband is tussen zulke historische ervaringen en de huidige topscore van de Vaalser bevolking wat betreft de consumptie van antidepressiva, geen wetenschapper die daar uitspraken over kan doen. Dat er een link ligt naar de knap cynische houding ten opzichte van whatever gezagsdragers, dat misschien weer wel. Dat er nu wordt gedweept met de architectonische hoogstandjes van een Protestantse elite, haar kapitaal verworven over de ruggen van lokale armoedzaaiers, tja, wat blijft ze anders? Alweer halverwege de negentiende eeuw telde Vaals nog maar vijf procent niet-Katholieken. Er is geen textiel- of wapenindustrie meer.
(Over De Oranjes, De Witt, Pastoor Bosten, Mamelis en Vaals leest u meer, elders op deze site.)
aug. 2022

Terug naar het publicatie overzicht