De maatschappelijke ladder van AppieHappie

Differentiatie of zo u wil diversificatie, dat is een begrip dat je behalve in de moderne onderwijskunde onder andere ook tegenkomt in consumenten- of klantenanalyses bij marktverkenningen. Het begrip kent talloze synoniemen, die erop neerkomen dat je je cliënten verschillend wil benaderen omdat een uniforme aanpak niet voldoende zoden aan de dijk zet. Het helpt uw winkeltje bovendien bij de winstmaximalisering.
Terwijl de ene leerling nog moeite heeft met het determineren van alle legoblokjes van eenzelfde kleur, weet een ander al verkeersborden te onderscheiden die als gebods-, verbods-, aanwijzings-, waarschuwingsborden, enzovoort bekend staan. Behandel je zulke kleuters gelijk, staan er prompt boze ouders voor de schooldeur. Terwijl de ene klant alles in een hem van de reclame bekende merkverpakking wil zien, zoekt een ander naar iets wat de indruk wekt dat de kaas of het boterhamvlees zojuist pas, ‘vers’ dus, in plakken is gesneden. Van die laatste klant mag je een wat hoger bedrag verlangen al zou hij kunnen weten dat het allemaal gesneden en wel uit dezelfde fabriek komt. Witgoedhandelaren laten de handgreep anders vormgeven van een overigens gelijk huishoudelijk apparaat en geven het zo gediversifieerde product prompt een ander typenummer opdat hun ’typische’ klant geen prijsvergelijking kan maken bij concurrenten.
Welke criteria worden er gehanteerd bij de cliëntenindeling? De sociologie heeft er meerdere in de aanbieding, van mentality group tot sociale klasse, alle met als gezamenlijke ondergrond dat ze te herleiden zijn tot armoede of koopkracht. We nemen ter illustratie wat indelingen onder de loep.

Bent u de eigenaar van uw productiemiddelen?
Bent u zelf de eigenaar van het gereedschap dat u op uw werk hanteert? Hamer, tang, weefgetouw, drukpers of Ipad, allemaal gekocht van eigen rekening? Dan behoort u waarschijnlijk tot de kapitalistenklasse, in ieder geval als u ook anderen daarmee laat werken en hen op contractbasis uitbetaalt. Wordt u zelf uitbetaald op basis van een uurloon of salaris dat maar een deel is van de totale economische waarde die u tijdens werktijd creëert en vloeit de rest (de overwaarde) achter uw rug om in de portemonnee van uw werkgever, dan behoort u – of u wilt of niet – eigenlijk tot de arbeidersklasse. Kapitalist en arbeider, samen de dominante klassen in wat we in ’68 in onze vermetelheid nog het laatkapitalisme durfden noemen, godsamme. We zullen in het hier aangekondigde praktisch sociologische studieboek fundamenteel te werk gaan – mocht het ervan komen, natuurlijk.
Sozialschicht, sociaal milieu, social class, dat is cruciaal gereedschap in de sociologie. Je kunt er andere dingen dwars op zetten: generatie, sekse of liever gender, etniciteit, Lebenslage of demografische biotoop. En er vervolgens onderling ruzie over maken, welke categorie dan het primaat heeft en welke slechts uitdifferentieert. Lukt u dat ruziemaken goed, dan kunt u er een proefschrift over schrijven of een leerboek. In een vervolgstap kijkt u of uw indeling van de ene generatie greep heeft op de volgende generatie, of er dus sprake is van ‘reproductie’ van de door u geconstateerde sociale ongelijkheid. Sla er eens Bourdieu op na met zijn ‘fijne verschillen’.
Gaat u prat op uw leefstijl of hoe u in het leven staat?
Topsexy is een indeling van de bevolking in mentaliteitsgroepen zoals die wordt gehanteerd door onderzoeksbureau Motivaction. Het is een indeling die je eerder en gerelativeerder terugvindt bij bij voorbeeld de Duitse ongelijkheidsonderzoeker Stefan Hradil. Door die bril gezien loop je de kans te worden herkend als ‘traditioneel burger’, als ‘gemaksgeoriënteerd’ of als ‘postmoderne hedonist’. Een indeling die Karl Marx onmiddellijk zou ontmaskeren als de (zelf)misleiding van de heersende klasse: het is hun ideologische bovenbouw, een brouwsel dat mensen verzinnen om het eigen of andermans feitelijke maatschappelijk lot (hun materiële onderbouw) de schijn te geven van een zelfverworven positie of juist het gevolg van eigen falen (de ‘beklagenswaardige klasse’ van ‘crooky’ Hillary).
Hoe slim zijn uw klasgenoten, arbeidscollega’s of naaste buren?
Zelf heeft de auteur jarenlang in onderzoek gewerkt met een ‘beroepenklapper’ die de maatschappelijke status zou meten van een (uiteraard mannelijk) gezinshoofd. Hoogleraren kregen score ‘1’ en ongeoefende handarbeiders score ‘6’. Die klapper bouwde voort op vooroorlogse ideeën over het inzetten van Nederlandse werklozen in Duitsland, van de bedrijfspsycholoog Jan de Quay: ‘verondersteld gelijke beroepsintelligentie’ was het criterium. Het exportidee werd ingehaald door de Arbeitseinsatz van naar Duitsland gedeporteerde Nederlanders. De klapper zelf groeide later qua pretentie ver boven zichzelf uit en vertekende heel wat na-oorlogse Nederlandse sociologenverhalen.
Een eerdere huisarts van de auteur kende slechts twee bevolkingscategorieën: zij die een doorverwijzing willen en zij die liever nog even wachten of het misschien vanzelf overgaat.
Is dit uw hoogst persoonlijk profiel of valt u gewoon in een vergelijkbare categorie?
Albert Heijn
herkent nu zes klantengroepen in zijn publiek, van premium tot budget en van mainstream tot city. De indeling helpt niet alleen het personeel bij het stereotype invullen van hun ‘hospitality’ naar individuele klanten, maar helpt ook de franchise-nemende winkelier bij het inkopen en zijn keuze van het productenpalet, resulterend in winkels met uiteenlopend aanbod in sociaal ongelijke buurten. Het gemiddelde publiek wordt zo – via een omweg – een aanvullende determinant van uw inkoopgedrag bovenop uw persoonlijke profiel. Als u dit multi-level-mechanisme doorziet, bent u begripsmatig klaar voor de sociologie van de scholensegregatie: eerst binnenschoolse differentiatie en daar bovenop dan tussenschoolse differentiatie, allebei deels bewust, deels onbewust.
Vraag het de belastingdienst, tenzij die u bij gebrek aan info als ‘luchthapper’ classificeert
De auteur verklapt u tot slot een geheim: als u cijfers hebt over het gezinsinkomen zoals de Nederlandse belastingdienst die heeft (en dus ook het CBS), dan worden alle andere indelingen tamelijk overbodig, tot die van scholen aan toe. Eerst uw eigen gezinsinkomen, dan het gemiddelde van de klasgenoten van uw kind, dan de voorspelde uitkomst: het meest waarschijnlijke einddiploma waarmee uw kids straks thuiskomen.

Terug naar het publicatie overzicht