Schuifellesjes van Mevrouw Degenkamp legden de grondslag voor podium SPUUGH

Tussen een amateuristische instuif en een professioneel muziek- of cultuurpodium zit ontwikkeling en dus geschiedenis, ook persoonlijke. Harde beat, schaarse verlichting, goedkope pils en de minimode. Buiten is er Woodstok, de hippie-beweging, de Vietnam- oorlog en de provo-beweging. En het is er ’s avonds donker. Er zullen vast duizend verhalen over zijn. Dit is er één van, van eind jaren zestig.

Lijfelijk verlangen tegen redelijke vergoeding
Nooit, nooit, nooit, nee ik wil nooit … terug naar die rotschool, liever swingen in de disco …” zo zongen Sjef van Oekel en Herman Brood in een voortreffelijk rockend duet. Nog geen halve dag na het verschijnen was hun nummer verboden op alle Nederlandse radiozenders. Terwijl het toch zo pakkend de gevoelens weergaf van menig beginnende puber, toen, nu en vermoedelijk altijd al. Je kunt de track tegenwoordig gewoon laden op internet.
Onder zulke pubers broeide het in Vaals rond 1966 en het vuurtje was mede opgelaaid door een dansschool die als een rondtrekkend circus Limburgse dorpen afstruinde met instructies voor foxtrot, wals en zelfs: de twist. Mevrouw Degenkamp, de dansinstructeur, ontstak tegen een redelijk vergoeding menig daarna moeilijk te blussen lijfelijk verlangen. Met als gevolg eerst een initiatief voor een dansclub en even later voor een complete instuif met gemeentesubsidie.
Op de Pastoorsweide werd een in onbruik geraakt gebouwtje van de jeugdverkennerij opgekalefaterd. Een plaatselijke verfwinkelier en een lokale fabriekstimmerman gaven aanwijzingen voor kleurstelling en de constructie van primitieve zitbankjes. Er kwam een bar met tap, een jukebox, een soort van diskjockey-geluidsinstallatie, een gedienstige drankleverancier en natuurlijk een lidmaatschapsboekje met inktstempel. Oh ja, ook een leeftijdsgrens: SPUUGH’66 voor de minstens zestienjarigen, SPUUGH’67 voor jonger en eerder op de zaterdagmiddag. Nouja.
Later was het aardedonker
Het was er natuurlijk onverantwoord brandgevaarlijk, er was maar één, vies toilet, de pils was wel erg goedkoop, de verlichting was gekleurd en schaars, de luchtverversing afwezig, het werd er met het uur warmer, minimode was in trek, populaire nummers van The Cream nodigden tot langgerekt, traag en innig geschuifel en later buiten was het aardedonker op die onverlichte Pastoorsweide.
Het geheel kreeg een eigen, provocerende naam, eindigend op een overtollige letter H, net als de achternaam van uw auteur en er verschenen tweewekelijkse aankondigingen in de plaatselijke ‘kwispel’, het Vaalser Weekblad. Voorbeeldteksten: haste blomme in j’n tseng, roës in jen hoar, da biste ne hippie of hetwordtwelheeldrukzaterdag. Het verzinnen van zulke teksten won de concurrentieslag met huiswerk, rapportcijfers devalueerden in contrast met de weekendspanning. Steamy windows and the heat was on. Ouders vast ongeruster naarmate de avond vorderde.
Pillen tegen puberpuisten
Buiten, in de wijde wereld streden met elkaar de hippietrend, de musical Hair en de documentaire film over Woodstock met demonstraties anti-Vietnamoorlog en niet te vergeten de Provo-beweging. Er verschenen ook in Vaals teksten waarin sprake was van ‘het klootjesvolk’, er werden rookbommetjes uitgeprobeerd met meer vuur dan rook, jonge durfals reden op en neer naar Amsterdam voor aanvoer van ‘stuf’. Uiteindelijk wist een Amsterdamse tentoonstelling over Provo te illustreren dat de ingezette krenten-uitdelende emancipatie wel tot in Vaals had gereikt.
Het zal tegen die tijd zijn geweest dat uw voor studie geëmigreerde auteur van een hooggeleerde Nijmegenaar vernam dat kermissen onder andere zorg dragen voor bloeduitwisseling tussen dorpen en hij van een feministisch congres opstak dat Nederlandse huisartsen met pillen streden tegen puberpuisten en menstruatiepijnen, daarbij ‘toevallig’ ook tienerzwangerschappen voorkomend. Gode zij dank, maar verder geen idee.
Het zou nog veel langer duren voordat duidelijk werd dat vanuit Vaals een afromende uittocht was begonnen van doorstuderende jongelui die samen met de sluiting van Vaalser fabrieken de opstroom van Vaals inluidde in allerlei armoedestatistieken, werkloosheid, lage levensverwachting, uitkeringsafhankelijkheid en wat al niet. Huisartsen, schoolartsen en sociologen beklagen de er nu nog steeds groeiende deprivatie.
SHPRIETSZ eindigt niet op een H
Maar met SPUUGH ging het niet slecht. Ze groeiden uit tot een muziekpodium van naam. Uw auteur heeft daarvan alleen het allereerste begin meegemaakt met Akense popgroepen die een eigen libertijnse aanhang meebrachten als nieuwe stadse trendsetters. Het Vaalser optreden van Herman Brood heeft hij helaas gemist, wel vagelijk verhalen gehoord over diens tumultueuze nachtelijke escapades na afloop in Hotel Piethaan in Mamelis. Sommige Vaalsenaren menen te weten dat Herman daar toen inspiratie opdeed voor zijn volgende CD met de naam SHPRIETSZ. Niet ondenkbaar. SPUUGH had natuurlijk ook zo kunnen heten, maar SJPRIETS eindigt dus niet op een H.

PS: Om deze geschiedenis ooit uit te bouwen tot een grondige studie van de recente sociale en demografische ontwikkeling in Vaals houdt u (tot die tijd) een aantal statistische deelstudies tegoed:
– leeftijd van moeders in Vaals bij geboorte eerste kind sinds 1966;
– leeftijd en huwelijkse status (incl. samenlevingscontract), bij start en beëindiging in Vaals sinds 1966;
– actieve muziekparticipatie en gehoorklachten in Vaals bij 17-24jarigen sinds 1966.
Als referentie- of vergelijkingsgroep hanteren we de bevolking van de beide bergdorpen Vijlen en Orsbach.
(apr22)

Terug naar het publicatie overzicht